Dinsdag 8 juni
Rekenen
groep a: om 9:00
groep b: om 09:30 (half 10)
Vandaag gaan we plussommen bedenken bij prijslijsten. We gaan dus ook met geld rekenen.
Wat hier belangrijk is, is om goed te kijken en te lezen. De opdracht begint bij een frietkraam. Daar wordt heel veel besteld. Jij moet die bestelling gaan optellen.
Stel:
Patat kost 2€ per bakje.
Een kroket kost 1,50€ per stuk.
Als ik 2 patat en 2 kroketjes koop krijg ik de volgende som:
2x patat= 2x2€ = 4,-€
2x kroket= 2x1,50€ = 3,-€
---------+
7,-€
Vind je zulke sommen lastig omdat ze je in de war maken pak er dan papier bij en schrijft het op. Bij de opdrachten staat er bijvoorbeeld 3x friet met kip. Dan tel je 3x de friet op, maar ook 3x de kip.
Ook gaan we weer werken met de getallenreeksen (41, 42, 43 enz). Jullie moeten invullen welke getallen er missen. Bekijk goed welke kant je op moet tellen. Moet je naar links tellen dan wordt het minder, ga je naar rechts dan wordt het juist meer.
Opdracht 5 doen we gezamenlijk tijdens de online les. (groep a om 9:00, groep b om half 10).
Taal:
groep a: 10:00
groep b: 10:30 (half 10)
Thema 7, wk 4, les 17
Zinnen langer maken door vragen te stellen bij het werkwoord. We gaan weer aan de gang met wie, wat, waar en wanneer vragen.
Bij opdracht 2 wordt er gezegd dat je telkens uit drie rijtjes een woord moet gebruiken. Die kun je vinden rechts bovenin het gele rondje met het poppetje met het boekje (de bron).
Bij opdracht 3 (let op of je die wel of niet moet maken) moet je dus kijken bij de woorden die bij het tweede plaatje staan. Met die woorden ga je een zin maken waarbij je antwoord geeft op drie vragen. (je kan dan kiezen uit de vragen wie, wat, waar en wanneer).
Ook nu weer: Goed lezen wat er gevraagd wordt en denk aan hoofdletters en punten.
Spelling:
groep a: 11:00
groep b: 11:45 (kwart voor 12).
Zowel het woordendictee als het zinnendictee gaan we maken in de chat. Als je in teams komt kun je namelijk ook altijd een bericht schrijven. In dit geval is het geen bericht maar een dictee. Je schrijft eerst alle woorden die ik voorlees op en daarna druk je op verzenden.
Zo zal ook het zinnendictee gaan.
Wat voor woorden komen aan bod:
Woorden waarbij je aan het eind een t hoort maar een d schrijft.
Woorden met twee medeklinkers in het midden zoals kasteel
Woorden die als je hakt een lange klank hebben aan het eind van de klankgroep zoals ja - ger. (je hoort een aa, maar schrijft een a)
Heb je na het maken van je lessen nog vragen dan kun je die stellen van 13:00 tot 14:00 ( 1 tot 2)
Kun je niet aanwezig zijn bij de onlinelessen, laat dit weten. Anders wordt het genoteerd als ongeoorloofd verzuim. Kinderen waarbij er al contact is geweest over het werken op de computer hoeven dit niet meer te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten